Situatie in de Leidse buurt

De Leidse buurt is een druk winkel- en horecagebied, voor velen soms het 'echte' centrum van Amsterdam. Toneel en muziek, horeca en winkels, alles is er vertegenwoordigd.  De straten zijn 24 uur per dag vol met mensen.

Als men de ogen richt op wat zich hoger dan straatniveau bevindt, valt op dat veel van de bovenetages of leeg staan, of als opslagruimte voor de benedengelegen winkels gebruikt worden.  In veel panden in de buurt zijn zelfs de opgangen tot deze bovenetages uitgesloopt omdat een paar vierkante meter op de begane grond meer waard blijkt te zijn dan twee of drie woningen.

Omdat woonruimte in Amsterdam altijd schaars is, maar ook om te voorkomen dat de buurt zich uitsluitend tot een uitgaans- en winkelgebied ontwikkelt, hebben wethouders en burgermeester dan ook besloten er iets aan te doen.  Eigenaren zullen actief benaderd worden om hun eigendom te ontwikkelen en potentiele woonruimte ook als zulks te gebruiken.

De situatie blijkt echter ingewikkeld. Veel panden zijn in bezit van particulieren, die  behalve exploitatie van de begane grond niets willen doen, of daartoe simpelweg niet in staat zijn.  Voor veel panden in de buurt zijn er stapels aanschrijvingen, dwangbevelen en onbetaalde rekeningen. Omdat zulke huizen vaak in slechte toestand verkeren, is herstel heel duur en levert verkoop geen aantrekkelijke prijs op. De exploitatie van een begane grond op een prominente locatie  is echter winstgevend.

Het is een moeilijk en tijdrovend proces om een onwillige huiseigenaar aan zijn werk te krijgen.  Meestal schieten 'zachte' methodes hier tekort: subsidieaanbiedingen en aanschrijvingen blijven onbeantwoord, gemeenschappelijke projecten worden om allerlei reden voor jaren gestaakt. Bij gemeente en Bouw- en Woningtoezicht zijn 'witte' ontwikkelingsprojecten van harte welkom, maar ook illegale werkzaamheden worden gedoogd.  Het resultaat is tijdelijke, vaak illegale verhuur aan rechtloze kraakwachten of louche bedrijfjes, in veel gevallen ook leegstand.

De familie Broerse als huiseigenaren

De familie Broerse bezit een aantal panden in de grachtengordel rond de Leidsestraat, ondermeer het blok Lange Leidsewarsstraat 35 t/m 45 en Prinsengracht 472 t/m 480. Gersteland bv, een horeca-exploitatiebedrijf in eigendom van deze familie en dient als holding voor onroerend goed. Tot 1995 waren er ook nog veel clubs and bar-dancings in hun bezit. De functie van Gersteland bv bleef dan ook tot beheer van deze horeca-activiteiten beperkt; de panden, de als woonruimte bedoelde bovenetages werden nauwelijks onderhouden.

Vanaf 1995 worden de horecabedrijven een voor een opgeheven, misschien ook in verband met het overlijden van de eigenaar P. Broerse. Zijn echtgenote en dochter erven Gersteland bv en de panden. Verder verandert niets. De bovenetages van de meeste panden in dit blok verkeren in slecht toestand. Lange Leidsedwarssrtaat 35 is leeg en aan de duiven overgelaten, net zoals het huis in het binnenhof tussen Prinsengracht en Lange Leidsedwarsstraat. Ook voor verhuurde woningen zijn er vele onderhoudsklachten.

Over het blok Prinsengracht 472 t/m 480  - Lange Leidsedwarsstraat 35 tot 45 bestaan in het pandenarchief van de gemeente vier 25 cm dikke mappen. De inhoud spreekt boekdelen: een derde deel van het dossier bestaat uit aanvragen voor gevelveranderingen die met de cafes, restaurants and dancings op de begane grond te maken hebben. De rest is voornamelijk aanschrijvingen, uitvoeringsbeslissingen en  rekeningen voor door de gemeente doorgevoerde werkzaamheden, die noodzakelijk waren. Ook de eigenaresse zelf heeft bouwplannen ingediend. Een enkele betreft woonruimte:  een bouwvergunning voor de woningen in Prinsengracht 478 en 480, aangevraagd op 12 juni 1998.

De eerste kraak van de Prinsengracht 478, het kortgeding en het vreedzaam verlaten van het pand

Aan de aanvraag voor de bouwvergunning is het een en ander vooraf gegaan. In het pand aan de Prinsengracht 478 worden op 31 Maart 1998 de eerste  en de derde etage gekraakt. De tweede verdieping blijkt bewoond. De krakers bemoeien zich verder niet met het verhaal rond het pand of het blok als geheel. De eigenaresse onderneemt plotseling allerlei activiteiten. Zij laat bouwtekeningen maken voor Prinsengracht 478 en 480 en spant een proces tegen de krakers aan. Voor haar andere panden in het zelfde blok worden er geen plannen gemaakt.

In een eerste zitting op 4 juni  blijkt de rechtbank niet zonder meer overtuigd te zijn door de plannen van de eigenaresse: in het tussenvonnis wordt Bouw- en Woningtoezicht opgeroepen met betere bewijzen te komen voor de noodzaak van een snelle ontruiming. Een week later wordt een bouwvergunning aangevraagd .

Op grond van deze aanvraag en de declaraties van de bouwinspecteur beslist de rechtbank Amsterdam  de eigenaar in het gelijk te stellen. In haar vonnis van
17 September 1998 wordt spoedeisend belang toegekend, ook omdat de eigenaresse beweert dat ' het van belang is in januari/februari de bouwstroom in gang te zetten aangezien deze maanden voor horecaondernemers -- gevestigt op de begane grond van diversen bij de werkzamheden betrokkene panden - rustige maanden zijn'. De krakers verlaten daarop vreedzaam het pand.

Er worden nog enkele wijzigingen op de aanvraag ingediend en op 2 november 1998 wordt de bouwvergunning wordt verleend. De vergunning is gebaseerd op plannen voor ingrijpende herstelwerkzaamheden die uitgevoerd moeten worden, ondermeer funderingsherstel. De eigenaresse laat de woning op nummer 478- 1 hoog uitslopen en daarna wordt het weer stil om de panden.

Op 31 Maart 2000 wordt de bouwvergunning ingetrokken, ondermeer omdat
'het als ongewenst wordt geacht een bouwrecht ongebruikt te laten voortbestaan' en de eigenaresse 'te kennen heeft gegeven geen gebruik meer te willen maken van de aan de vergunning te ontlenen rechten'. Behalve de bovengenoemde sloop is er niets gedaan.

Herkraak!

Op 30 Juli 2000 hebben wij het bovenhuis aan de Prinsengracht 478 herkraakt. De tweede verdieping stond inmiddels ook al geruime tijd leeg. De eigenaresse of haar vertegenwoordigers hebben onmiddelijk aangifte gedaan van huisvredebreuk. Zij beweert dat er bouwwerkzaamheden in het pand gaande waren. Aan het interieur van de woningen valt dit echter niet af te lezen. Bovendien is er geen nieuwe bouwvergunning aangevraagd, noch verleend.

Plotseling zijn er wel activiteiten in andere leegstaande onderdelen van het huizenblok: de deur van Lange Leidsedwarstraat 35 is met hangsloten van buiten 'beveiligd', de tweede en derde verdieping van Prinsengracht 480 zijn in de eerste twee dagen na de kraak dichtgetimmerd en er is een soort bewakingsploeg op de eerste verdieping 24 uur per dag aanwezig. Tenslotte zijn er een aantal cameras gemonteerd waarmee de bewakers de deur  en de ramen van ons gekraakte pand in de gaten houden.

De nieuwe buren

Wij wonen hier nu en menen dat wij in ons recht staan: de woningen stonden jaren leeg, werden gekraakt, vanwege loze beloften ontruimd en stonden daarna weer lang leeg. Wij denken niet dat wij nuttige ontwikkelling in de weg te staan: de gebeurtenissen van de laatste twee jaar geven een duidelijk beeld van verwaarlozing en leegstand.

De situatie op de woningmarkt laat ons geen andere keus. Sinds langere tijd is het vrijwel onmogelijk om een betaalbare woning legaal te huren. Illegale onderhuur of 'antikraak' zijn voor ons geen opties, het leefbaar maken van dit uit een juridische en economische patstelling ontstane niemandsland is volgens ons een redelijk alternatief.


Wij willen graag uw mening horen over de situatie van deze panden en over de ontwikkelingen in de buurt in het algemeen.  Wanneer u verder nog vragen heeft, of verdere documentatie wilt inzien, kunt u aanbellen of een e-mail sturen naar
prinsengracht@squat.net.

Vriendelijke groet,

    De krakers van de Prinsengracht 478